Ingrediënten
- 350 gram gesmolten boter
200 gram gehakte amandelen
200 gram gehakte walnoten
2 theelepels kaneel
theelepel kruidnagelpoeder 300 gram bladerdeeg
350 gram suiker
350 gram honing
4 eetlepels water
Werkwijze
Stap1
Verwarm de oven voor op 180 C.
Vet een rechthoekige bakvorm van circa 20 bij 23 cm in met wat gesmolten boter.
Vermeng in een kom de amandelen, walnoten, kaneel en kruidnagelpoeder.
Laat het bladerdeeg ontdooien en rol dit uit tot acht lappen met de afmeting van de bakvorm.
Bestrijk de eerste en tweede lap met gesmolten boter en leg deze op elkaar in de bakvorm; leg hierop wat van het notenmengsel.
Bestrijk de derde lap met boter, leg het op de andere en bestrooi het ook met wat notenvulling.
Herhaal dit met de vierde, vijfde en zesde lap tot de notenvulling op is.
Bestrijk de zevende en achtste lap met boter en leg die er bovenop.
Snij de randen bij, snijd de bovenste lap met een mes ruitvormig (ruitjes van circa 4 bij 4 cm) in en bestrijk dit met water.
Zet het gebak in het midden van de oven en laat het in circa 30 minuten goudgeel bakken.
Bereid intussen de siroop door suiker, honing en 4 eetlepels water op een middelhoog vuur in een pan met dikke bodem te mengen tot de suiker is opgelost.
Zet het vuur hoog, breng het geheel al roerende aan de kook, zet het vuur weer middelhoog en laat het een paar minuten pruttelen.
Neem de baklava uit de oven, giet de siroop erover en laat het goed intrekken.
Als de baklava geheel is afgekoeld snijd je de ruitjes van elkaar los